Buitenlandse operaties uitvoeren kan je niet zonder een goede voorbereiding. Elke militair die naar een operatiezone kan vertrekken, moet daarom gedurende twee tot zes maanden per jaar aan oefeningen deelnemen.
Vanop de militaire basis in Lombardsijde (Nieuwpoort) organiseert Defensie regelmatig zeewaartse schietoefeningen. Om de veiligheid van de scheepvaart te garanderen is tijdens die oefeningen een gedeelte van de zee (sector) verboden voor alle scheepvaart.
De betrokken sectoren staan jaarlijks opgesomd in de Berichten Aan Zeevarenden (BAZ, nummer 01 §1/36), uitgegeven door de Vlaamse Overheid (Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken, Intern Verzelfstandigd Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, afdeling Kust, Hydrografie). Ze zijn ook terug te vinden op de website van de Vlaamse Hydrografie en op de maritieme kaarten. De geplande militaire activiteiten van het schietveld en de beperkingen van het gebruik van die sectoren door de scheepvaart worden gepubliceerd in de maandelijkse BAZ.
Er bestaan drie schietsectoren:
Aan de top van de mast, geplaatst op positie 51° 09’, 29 N - 2° 44’, 15 E op 350 m WSW van de watertoren van Nieuwpoort wordt een signaal geplaatst. De vorm hangt af van de sector waarin wordt geoefend:
Na het einde van de schietoefening wordt de signalisatie neergehaald.
Bij iedere schietoefening wordt een signalisatiepaneel zichtbaar gemaakt, rechts van de uitgang van de havengeul van Nieuwpoort. Op dit paneel staat:
GEVAAR - DANGER
ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN
INFO VHF 67 C/S:SN
SN (Sierra November) is de roepnaam van de schietsector Lombardsijde. De werkfrequentie is VHF-kanaal 67. De radio is enkel bemand tijdens de schietoefeningen. Bij het einde van iedere schietoefening wordt de tekst van het paneel onzichtbaar gemaakt.
In principe zijn er geen schietoefeningen tegen lucht- of zeedoelen gepland en is de scheepvaart vrij in deze periodes:
De zeewaartse schietoefeningen worden ook nooit georganiseerd op zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen.
Het programma van de schietoefeningen op zee voor een periode van drie maanden.
Defensie stelt zijn vliegtuigen en helikopters ter beschikking van de Europese Unie (EU), de Verenigde Naties (VN) en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) voor conflicten, vredesondersteunende operaties of humanitaire zendingen. De voorbije jaren is tijdens conflicten gebleken dat vliegtuigen en helikopters essentieel zijn om grondtroepen te ondersteunen of om gronddoelen aan te vallen.
Als vliegtuigen een bedreiging ervaren vanop de grond, dan heeft de piloot twee mogelijkheden:
Laagvliegen is dus nodig om onze piloten te trainen in deze omstandigheden en om inzetbaar te blijven tijdens buitenlandse operaties.
Tijdens de laagvliegactiviteiten moeten de piloten zich houden aan de bestaande regelgeving. Hieronder vindt u een samenvatting van de belangrijkste regels.
Om de geluidsoverlast te beperken en het gevaar op botsingen met obstakels te vermijden, werd een minimale veiligheidsvlieghoogte vastgelegd. Die bedraagt 1.000 voet (+/-300 meter) voor straal- en propellervliegtuigen, 500 voet (+/-150 meter) voor lichte propellervliegtuigen en 300 voet (+/- 90 meter) voor helikopters.
Uitzonderingen op deze algemene regels bestaan en hebben onder andere betrekking op steden, industriële zones en zones met hoge bevolkingsdichtheid. Deze zones worden zoveel mogelijk vermeden of worden op een hogere hoogte overvlogen.
Daarnaast bestaan er specifieke militaire trainingszones waarin lager dan de standaardregelgeving kan gevlogen worden.
Deze kaarten geven een overzicht van de ligging van deze zones: trainingszones op lage hoogte, trainingszones op grotere hoogte.
Opmerking: om zeker te zijn dat u de laatste versie raadpleegt is het aangeraden om het document direct in de sectie ENR-6 van de AIP te openen: “ENR 6-INDEX.03c - Index Chart. Military Exercises and Training Areas: Helicopter Training Areas and Low Flying Areas”
Legende :
De Low Flying Area Ardennes (LFAA) zijn enkel toegankelijk voor vliegtuigen van maandag tot vrijdag van 08u30 tot 12u00 en van 13u30 tot 17u00. Tijdens de periode van 1 juni tot 15 september zijn deze zones gesloten.
De Helicopter Training Areas (HTA) zijn toegankelijk van maandag tot vrijdag van 08u00 tot 24u00.
Deze specifieke militaire laagvliegzones (LFAA en HTA) zijn ook gesloten op officiële feestdagen:
Voor de vluchten op lage hoogte zal Defensie:
Ook nachtvluchten kunnen, onder dezelfde regelgeving als hierboven beschreven, plaatsvinden op lage hoogte. Tussen 24u00 en 6u00 zijn er echter helemaal geen vluchten toegestaan. Van 1 juli tot 31 augustus mogen er geen nachtvluchten uitgevoerd worden tenzij voor transportvliegtuigen of Search and Rescue missies. Uitzonderlijk en mits toestemming van de Directeur Operaties van de Luchtcomponent kan van deze regelgeving afgeweken worden.
Tijdens supersone vluchten vliegt de F-16 sneller dan de geluidsnelheid. De harde en luide knal die je dan hoort, is de schokgolf die gepaard gaat met het doorbreken van de geluidsmuur.
Supersone vluchten worden slechts toegestaan in zeer specifieke omstandigheden:
Met uitzondering van de QRA, mogen supersone vluchten enkel plaatsvinden:
Jaarlijks vinden boven België ongeveer 80 supersone vluchten plaats, meestal in de militaire trainingszones boven de provincies Antwerpen, Limburg, Namen en Luxemburg.
De meeste supersone vluchten vinden plaats tijdens testvluchten. Tijdens trainingsvluchten boven België tracht Defensie supersone vluchten te vermijden. Supersone trainingsvluchten vinden zoveel mogelijk plaats tijdens oefeningen in het buitenland, in daarvoor bestemde trainingszones.
Onze vliegtuigen en helikopters zijn overal waar ze nodig zijn, het hele jaar door, soms zelfs op extreem korte termijn. In conflictgebieden worden gevechtsvliegtuigen hoofdzakelijk tijdens de avond of de nacht ingezet.
Het jaarlijks oefenprogramma beschrijft hoeveel uren de piloten elk jaar moeten vliegen om operationeel te blijven. Vliegen op lage hoogte, bij duisternis en bij nacht behoren tot die verplichtingen. Tijdens nachtvluchten oefenen de gevechtspiloten vaardigheden zoals navigatie, onderscheppingen, luchtgevechten en noodprocedures.
Tijdens nachtelijke operaties gebruiken de piloten nachtkijkers of night vision goggles. Dat is een kleine verrekijker die op de helm gemonteerd wordt en een lichtversterker met weergave in groentinten. Werken met een nachtkijker beperkt het zicht hard. Bovendien is trainen met dit apparaat pas zinvol wanneer het volledig donker is.
Belgische vliegtuigen en helikopters nemen jaarlijks deel aan verschillende oefeningen in Europa, Afrika en de Verenigde Staten. Daar gelden minder beperkingen dan in eigen land. Onze piloten kunnen echter niet alle trainingen in het buitenland uitvoeren. Om ons luchtruim te verdedigen moeten ze in de eerste plaats vertrouwd zijn met vliegen boven eigen land.
Nachtvluchten vinden stelselmatig plaats op maandag- en dinsdagavond. Tussen 24.00 u en 6.00 u zijn er helemaal geen vluchten toegestaan. Van 1 juli tot 31 augustus mogen er geen nachtvluchten uitgevoerd worden, tenzij voor transportvliegtuigen. Uitzonderlijk kan de Luchtcomponent van die regel afwijken, mits toestemming van de directeur Operaties.
Vliegtuigen en helikopters die deelnemen aan luchtruimverdediging (quick reaction alert: QRA) en reddingsopdrachten (search and rescue: SAR) zijn van die regelgeving vrijgesteld.
Kamp Elsenborn is het enige kamp in België waar soldaten alle individuele en collectieve zware wapens van de Landcomponent kunnen gebruiken. Ook eenheden uit onze buurlanden komen hier regelmatig trainen.
Het kamp Elsenborn telt 150 militairen die een domein beheren van 28 km².
Vrijwel elke Belgische militair kent dit trainingskamp, vlak aan de Duitse grens. Het klimaat is dat van de Hoge Venen: warm in de zomer, zeer koud in de winter.
Kamp Elsenborn heeft diverse schietstands, een oefenterrein en een logementszone met alle faciliteiten voor manoeuvretroepen. Het kamp telt 1.200 bedden en verscheidene bivakzones.
Om de veiligheid te verzekeren coördineert het Kamp Elsenborn zijn schietoefeningen met de omringende gemeenten en het Waalse Département Nature et Forêt.
De toegang tot het militaire kwartier, het oefenterrein en het schietterrein is verboden. Op alle toegangswegen naar het militair domein staan verbodsborden en afsluitingen.
Rondom het schietveld van Elsenborn ligt een grote veiligheidszone, opgedeeld in een rode, een blauwe en een groene zone. Afhankelijk van de gebruikte wapensystemen en munitie kunnen die zones gedeeltelijk of volledig gesloten zijn.
De openbare weg van Rocherath (België) naar Wahlerscheid (Duitsland) loopt dwars door de veiligheidszone. Borden langs de weg vermelden de sluitingstijden. Die staan ook op de website van de gemeente Büllingen en aan het gemeentehuis.
Wie een verbodsbord negeert en een verboden zone betreedt, kan juridisch vervolgd worden.
Het programma van de schietoefeningen in Elsenborn voor een periode van twee weken:
30 september -> 06 november 2024
De kaart ''zone interdites''
In het kader van hun trainingsopdrachten en oefeningen of van verplaatsingen in het burgermilieu proberen de operationele eenheden uiteraard de overlast voor de burgerbevolking zoveel mogelijk te beperken.
Bij oefeningen in het burgermilieu gaat het er echter om de omstandigheden tijdens echte operaties zo goed mogelijk te benaderen, waardoor de militaire overheid in bepaalde gevallen moet beslissen om vrij dicht bij woningen, gewassen en andere particuliere goederen te komen.
In deze context kunnen zich dan natuurlijk ongewenste incidenten voordoen die aanleiding kunnen geven tot schade aan particuliere goederen of eigendommen.
De procedure die van toepassing is in geval van schade aan derden veroorzaakt tijdens manoeuvres of oefeningen wordt bepaald door de wet van 12 mei 1927 op de militaire opeisingen en door het reglement over de militaire opeisingen, goedgekeurd door het koninklijk besluit nr 2562 van 3 mei 1939 tot uitvoering van de wet van 12 mei 1927 op de militaire opeisingen.
Het principe van deze procedure is dat elke materiële schade die in de context van manoeuvres of militaire oefeningen werd veroorzaakt, aan de militaire overheid gemeld dient te worden en dat een commissie tot raming van schade een cijfermatige schatting van deze schade dient te maken. Deze commissie bestaat uit afgevaardigden van het leger, waaraan een afgevaardigde van het gemeentebestuur wordt toegevoegd. De wet verleent hier dus aan de gemeente de rol van afgevaardigde van de personen die op haar grondgebied schade hebben geleden.
Voorbeelden: Tijdens oefeningen of manoeuvres wordt een omheining beschadigd, er worden sporen gemaakt op een terrein, één of meerdere voorwerpen worden beschadigd… Wat te doen?
Wanneer een persoon vaststelt dat hij tijdens door het leger uitgevoerde manoeuvres of oefeningen materiële schade heeft geleden, kan hij dit onmiddellijk melden aan de leden van het militaire personeel die ter plaatse aanwezig zijn: een officier of onderofficier kan de verklaring noteren en deze aan de provinciecommandant overbrengen.
Indien geen enkel personeelslid van Defensie ter plaatse aanwezig is, kan de persoon die meent dat hij een dergelijke schade heeft geleden, dit melden aan de gemeentelijke overheden van het grondgebied waarop de schade werd veroorzaakt. Het is dus deplaats van het incident die bepaalt welke gemeente bevoegd is. Het gaat dus niet noodzakelijk om de gemeente van de woonplaats of het domicilie van de benadeelde persoon.
Zodra de schade gemeld is, stuurt de gemeente of de militaire eenheid die de klacht heeft ontvangen, de inhoud ervan naar het territoriaal bevoegde provinciecommando dat verantwoordelijk is voor het samenroepen van de commissie tot raming van schade.
Deze commissie stelt een bedrag van schadevergoeding voor aan de eigenaar van de beschadigde goederen die dit bedrag kan aanvaarden of weigeren. Let op: het gaat enkel om een voorstelDe aanvaarding van het bedrag gebeurt in deze fase onder voorbehoud dat de schadevergoeding door Defensie wordt toegekend. Het is de juridische dienst van de staf (DGJM) die zich definitief over deze kwestie uitspreekt.
Het proces-verbaal dat door de leden van de commissie en de benadeelde partijen getekend is, wordt samen met de bijlagen (raming van de herstellingskosten, facturen, enz.) rechtstreeks naar de legerstaf gestuurd, waarvan de juridische dienst (DGJM) belast is met de analyse van het dossier in feite en in rechte en met het nemen van een beslissing in naam van de minister binnen een termijn van zes maanden.
Bovendien deelt het provinciecommando aan de staf ook alle nuttige informatie mee over de oefening die aan de gang was en de eenheid of eenheden die eraan deelnamen.
De dienst geschillen van de staf (DGJM-JMLITIG) is met name bevoegd om aanvragen voor schadevergoeding met betrekking tot manoeuvreschade te ontvangen en te behandelen. Hij is ermee belast vast te stellen of de wettelijke voorwaarden zijn vervuld: de aard van de schade, de omstandigheden en, vooral, of de schade werd veroorzaakt door de troepen op oefening.
Deze dienst kan een aanvraag tot schadevergoeding eventueel afwijzen, ondanks een akkoord over het bedrag dat eerder werd vastgesteld in het proces-verbaal van de commissie tot raming van schade. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen indien er elementen zijn die erop wijzen dat de schade geen materiële schade is die rechtstreeks voortkomt uit de militaire oefening of dat deze schade een andere oorzaak heeft dan de door het leger gevoerde oefeningen.
Zodra deze dienst tot de beslissing is gekomen of de gevraagde schadevergoeding al dan niet, geheel of gedeeltelijk, moet worden toegekend, deelt Defensie deze beslissing mee aan de gemeentelijke overheden die de betrokken personen van de beslissing op de hoogte moeten brengen.
De benadeelde persoon of personen hebben dan een termijn van vijftien dagen om zich uit te spreken over de schadevergoeding die Defensie hen al dan niet heeft toegekend: in geval van aanvaarding of stilzwijgen van hunnentwege tijdens deze termijn wordt onmiddellijk tot de betaling van de schadevergoeding opdracht gegeven door de staf.
In dat geval wordt het bedrag van de schadevergoedingen volledig op de rekening van het bevoegde gemeentebestuur gestort, dat op zijn beurt elk bedrag aan de begunstigde persoon of personen moet overmaken.
Het is mogelijk dat een benadeelde persoon de beslissing van Defensie afwijst, ofwel omdat het voorgestelde bedrag te laag is, ofwel omdat elke financiële vergoeding geweigerd wordt.
In een dergelijk geval moet deze persoon zodra mogelijk en in elk geval binnen de vijftien dagen nadat de beslissing die hij aanvecht hem betekend werd, aan het bevoegde gemeentebestuur melden dat hij niet akkoord gaat en waarom.
Zodra deze betwisting geregistreerd is, moeten de gemeentediensten de Defensiestaf hiervan op de hoogte brengen en het dossier aan de territoriaal bevoegde vrederechter overbrengen.
De vrederechter is uitsluitend bevoegd om kennis te nemen van geschillen met betrekking tot manoeuverschade, ongeacht het bedrag. Indien het bedrag van het geschil hoger is dan 1 860 €, heeft elke partij in de procedure het recht om een verzoekschrift tot hoger beroep tegen de beslissing van de rechter in te dienen.
Indien u in het kader van legermanoeuvres of –oefeningen schade lijdt, is uw bevoorrechte gesprekspartner het gemeentebestuur van de plaats waar het incident zich heeft voorgedaan.
Bijvoorbeeld, indien u uw domicilie heeft in Namen en een terrein bezit in Saint-Hubert dat door militaire voertuigen beschadigd werd, moet u contact opnemen met het gemeentebestuur van Saint-Hubert om de schade te melden.
Elke provincie van het koninkrijk heeft een militair provinciecommando dat de klachten moet verzamelen en de vergadering van een commissie tot raming van schade veroorzaakt door manoeuvres, moet organiseren. Indien u problemen hebt bij uw contacten met de gemeentelijke overheid of indien u aanvullende toelichtingen over uw klacht wenst, vindt u hier de lijst van provinciecommando’s en hun contactgegevens.
Ten slotte, zodra de commissie tot raming van schade samengekomen is en u het proces-verbaal heeft getekend, wordt dit voor beslissing doorgestuurd naar de legerstaf, Algemene Directie Juridische Steun en Bemiddeling, Divisie Geschillen (DGJM-JMLITIG).
Deze dienst heeft zes maanden om een definitieve beslissing te nemen over het hem overgelegde dossier, maar indien u toch nadere verduidelijkingen wenst, kunt u uw vragen sturen naar het volgende adres:
Defensie
DGJM-JMLITIG
Kwartier Koningin Elisabeth
Blok 4B – Lokaal 4B 3-60
Eversestraat 1
1140 Evere
Email : degmansch@mil.be
De wet van 12 mei 1927 op de militaire opeisingen stelt een specifieke vergoedingsregeling vast die in dergelijke gevallen van toepassing is, waarvan de procedure in de tussenkomst van een commissie tot raming van schade alsook in de deelname van de lokale gemeentelijke overheden voorziet. De wetgeving heeft een uitzonderingsregeling ingesteld die gunstiger blijkt te zijn voor de slachtoffers dan het gemene recht in principe is. Het volstaat immers dat de benadeelde personen het bestaan van schade en het oorzakelijke verband tussen deze schade en de activiteit van de krijgsmacht aantonen. Het is dus geenszins noodzakelijk om het bestaan van een fout van de krijgsmacht aan te tonen.
Deze uitzonderingsregeling dekt echter enkel rechtstreekse materiële schade, wat de vergoeding van immateriële schade of schade zoals verlies van verwachte winst uitsluit. Er dient ook opgemerkt te worden dat materiële schade veroorzaakt door de doortocht van schepen, vliegtuigen of helikopters in principe niet in deze uitzonderingsregeling is opgenomen.
De vergoeding van de door de voornoemde wet bedoelde schade is onderworpen aan een bijzondere administratieve procedure die in enkele weken kan worden afgerond zonder dat een gerechtelijke procedure nodig is.
De bevoorrechte gesprekspartner van personen die schade hebben geleden tijdens manoeuvres of militaire oefeningen is het gemeentebestuur van de plaats waar het incident zich heeft voorgedaan. De benadeelde personen worden dus door de gemeentediensten op de hoogte gesteld van het vervolg van de procedure, aan het eind waarvan ze eventueel een voorstel tot schadevergoeding van de Defensiestaf ontvangen.
Tegen deze beslissing kan beroep aangetekend worden bij de territoriaal bevoegde vrederechter.
1. Blijf kalm.
2. Raak het stuk niet aan.
3. Verplaats het niet.
4. Contacteer de lokale politie.
De Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen van Defensie (DOVO) grijpt alleen op verzoek van de politie in om de gevonden munitie op te ruimen of te vernietigen.
Defensie beschikt over een uitgebreide (sport)infrastructuur en bivakterreinen die onder bepaalde voorwaarden ter beschikking kunnen worden gesteld. Bijkomende informatie vindt u op de pagina "Dienstverlening".
Defensie bekijkt en aanvaardt elke aanvraag voor een studentenstage afzonderlijk. De stages vinden plaats op het terrein binnen een eenheid of in een specifiek gebied binnen het stafdepartement. Bezorg ons het contactformulier met uw aanvraag en motivatie.
Het Centrum voor Historische Documentatie van de Krijgsmacht bewaart archieven en documenten betreffende de geschiedenis van de Belgische Krijgsmacht van 1940 tot heden, alsook de dossiers van alle officieren sinds 1900 en een aantal privéarchieven. De dienst beschikt ook over een uitgebreide verzameling publicaties, tijdschriften, kaarten, brochures, foto's en audiovisueel materiaal betreffende de krijgsgeschiedenis. Neem voor meer informatie contact via het contact formulier.
Stuur ons uw aanvraag via het contactformulier. Uw aanvraag wordt aan de bevoegde dienst van de DG Stratcom bezorgd. Deze dienst neemt zo spoedig mogelijk contact met u op.
Voor meer informatie over Defensie kunt u altijd contact met ons opnemen via het
Contact Centre van Defensie
0800 33348
Onze medewerkers zijn bereikbaar van maandag tot vrijdag tussen 8 en 15 uur.
Elke burger heeft het recht om kennis te nemen van bestuursdocumenten waarover een administratieve overheid beschikt, om er uitleg ter zake over te krijgen en/of om communicatie in de vorm van een kopie te ontvangen, volgens de voorwaarden bepaald in de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur. Voor documenten van persoonlijke aard moet de aanvrager aantonen dat hij een belang kan doen gelden.
Bij Defensie dienen de aanvragen voor openbaarheid van bestuur schriftelijk aan het volgende adres verzonden te worden:
Ministerie van Landsverdediging
Chef van het Administratief en Technisch Secretariaat
Lambermontstraat 8
1000 BRUSSEL
MOD-PUBADMIN_OPENBESTUUR@mil.be
Op elke aanvraag dient duidelijk vermeld te worden:
Defensie verkoopt regelmatig militair materieel of militaire domeinen. Meer informatie vindt u via de link.
Voor het lenen van materiaal voor de organisatie van een pr-evenement, alsook voor andere steun van Defensie die hierboven niet vermeld is, kunt u zich wenden tot de dienst ‘Prestaties voor derden’ via chod-prestaties-voor-derden@mil.be.
Dergelijke steun kan enkel worden toegestaan indien het gaat om prestaties van openbaar nut, met humanitair, vaderlands of cultureel oogmerk. Een goed doel op zich volstaat niet als motivering.
Het is mogelijk dat voor deze prestaties een kostprijs zal worden aangerekend.
Het uitlenen van materieel gebeurt volgens interne prioriteiten en Defensie behoudt zich het exclusieve recht om de aanvraag al dan niet te aanvaarden of, indien nodig, een gegeven toelating terug in trekken of op te schorten.
De ondergrondse kabels en leidingen van Defensie zijn opgenomen in de applicatie KLIM (federaal Kabel en Leiding Informatie Meldpunt). Plant u (graaf)werken, en heeft u vragen over de aanwezigheid van ondergrondse kabels en leidingen, gelieve dan https://www.klim-cicc.be te raadplegen. Voor Vlaanderen zijn deze gegevens ook toegankelijk via het Kabel en Leiding Informatie Portaal van de Vlaamse Overheid: (https://www.agiv.be/producten/klip).
Wij helpen je graag verder. Wil je deelnemen aan een van onze activiteiten? Bekijk dan zeker eens onze agenda.