Voorbeelden: Tijdens oefeningen of manoeuvres wordt een omheining beschadigd, er worden sporen gemaakt op een terrein, één of meerdere voorwerpen worden beschadigd… Wat te doen?
Melding van de schade:
Wanneer een persoon vaststelt dat hij tijdens door het leger uitgevoerde manoeuvres of oefeningen materiële schade heeft geleden, kan hij dit onmiddellijk melden aan de leden van het militaire personeel die ter plaatse aanwezig zijn: een officier of onderofficier kan de verklaring noteren en deze aan de provinciecommandant overbrengen.
Indien geen enkel personeelslid van Defensie ter plaatse aanwezig is, kan de persoon die meent dat hij een dergelijke schade heeft geleden, dit melden aan de gemeentelijke overheden van het grondgebied waarop de schade werd veroorzaakt. Het is dus deplaats van het incident die bepaalt welke gemeente bevoegd is. Het gaat dus niet noodzakelijk om de gemeente van de woonplaats of het domicilie van de benadeelde persoon.
Raming van de schade:
Zodra de schade gemeld is, stuurt de gemeente of de militaire eenheid die de klacht heeft ontvangen, de inhoud ervan naar het territoriaal bevoegde provinciecommando dat verantwoordelijk is voor het samenroepen van de commissie tot raming van schade.
Deze commissie stelt een bedrag van schadevergoeding voor aan de eigenaar van de beschadigde goederen die dit bedrag kan aanvaarden of weigeren. Let op: het gaat enkel om een voorstelDe aanvaarding van het bedrag gebeurt in deze fase onder voorbehoud dat de schadevergoeding door Defensie wordt toegekend. Het is de juridische dienst van de staf (DGJM) die zich definitief over deze kwestie uitspreekt.
Het proces-verbaal dat door de leden van de commissie en de benadeelde partijen getekend is, wordt samen met de bijlagen (raming van de herstellingskosten, facturen, enz.) rechtstreeks naar de legerstaf gestuurd, waarvan de juridische dienst (DGJM) belast is met de analyse van het dossier in feite en in rechte en met het nemen van een beslissing in naam van de minister binnen een termijn van zes maanden.
Bovendien deelt het provinciecommando aan de staf ook alle nuttige informatie mee over de oefening die aan de gang was en de eenheid of eenheden die eraan deelnamen.
Beslissing en schadevergoeding:
De dienst geschillen van de staf (DGJM-JMLITIG) is met name bevoegd om aanvragen voor schadevergoeding met betrekking tot manoeuvreschade te ontvangen en te behandelen. Hij is ermee belast vast te stellen of de wettelijke voorwaarden zijn vervuld: de aard van de schade, de omstandigheden en, vooral, of de schade werd veroorzaakt door de troepen op oefening.
Deze dienst kan een aanvraag tot schadevergoeding eventueel afwijzen, ondanks een akkoord over het bedrag dat eerder werd vastgesteld in het proces-verbaal van de commissie tot raming van schade. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen indien er elementen zijn die erop wijzen dat de schade geen materiële schade is die rechtstreeks voortkomt uit de militaire oefening of dat deze schade een andere oorzaak heeft dan de door het leger gevoerde oefeningen.
Zodra deze dienst tot de beslissing is gekomen of de gevraagde schadevergoeding al dan niet, geheel of gedeeltelijk, moet worden toegekend, deelt Defensie deze beslissing mee aan de gemeentelijke overheden die de betrokken personen van de beslissing op de hoogte moeten brengen.
De benadeelde persoon of personen hebben dan een termijn van vijftien dagen om zich uit te spreken over de schadevergoeding die Defensie hen al dan niet heeft toegekend: in geval van aanvaarding of stilzwijgen van hunnentwege tijdens deze termijn wordt onmiddellijk tot de betaling van de schadevergoeding opdracht gegeven door de staf.
In dat geval wordt het bedrag van de schadevergoedingen volledig op de rekening van het bevoegde gemeentebestuur gestort, dat op zijn beurt elk bedrag aan de begunstigde persoon of personen moet overmaken.
Wat gebeurt er in geval van onenigheid?
Het is mogelijk dat een benadeelde persoon de beslissing van Defensie afwijst, ofwel omdat het voorgestelde bedrag te laag is, ofwel omdat elke financiële vergoeding geweigerd wordt.
In een dergelijk geval moet deze persoon zodra mogelijk en in elk geval binnen de vijftien dagen nadat de beslissing die hij aanvecht hem betekend werd, aan het bevoegde gemeentebestuur melden dat hij niet akkoord gaat en waarom.
Zodra deze betwisting geregistreerd is, moeten de gemeentediensten de Defensiestaf hiervan op de hoogte brengen en het dossier aan de territoriaal bevoegde vrederechter overbrengen.
De vrederechter is uitsluitend bevoegd om kennis te nemen van geschillen met betrekking tot manoeuverschade, ongeacht het bedrag. Indien het bedrag van het geschil hoger is dan 1 860 €, heeft elke partij in de procedure het recht om een verzoekschrift tot hoger beroep tegen de beslissing van de rechter in te dienen.