Veilig verbonden: internationale oefening focust op interoperabiliteit

Hoe kunnen bondgenoten communiceren zonder de veiligheid van hun nationale netwerken in gevaar te brengen? In Peutie heeft de CIS-school (Communications and Information Systems) van het Kwartier Majoor Housiau onlangs een internationale oefening georganiseerd die volledig draaide om interoperabiliteit. Centraal stond het Federated Mission Network (FMN), een internationaal raamwerk waarmee elke strijdkracht zijn eigen beveiligde systemen kan behouden maar toch op een veilige manier informatie kan delen en samenwerken alsof ze één geheel vormen. 

Dit jaar was België gastland binnen de European Air Group (EAG), een samenwerkingsverband van zeven luchtmachten. Voor ons land een uitgelezen kans om nieuwe technologieën te testen en zich te profileren als betrouwbare partner in internationale defensiediplomatie. 
De Luchtmacht was aanwezig met CIS-specialisten uit al haar eenheden. Ook Spanje, Italië, Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland namen deel. Verschillende industriële partners leverden expertise, waaronder een ATAK-specialist (Android Team Awareness Kit, een mobiele applicatie voor real-time situational awareness) uit Nederland en een Spaans bedrijf dat gespecialiseerd is in TETRA-gateways (Terrestrial Trunked Radio, een digitale standaard voor beveiligde spraak- en datacommunicatie). 

Geïntegreerd spraak- en datanetwerk

De oefening had tot doel communicatiesystemen op te bouwen en te testen die via FMN met elkaar verbonden zijn. Elk land bracht zijn eigen middelen en systemen mee – satellietcapaciteit, radio’s en datacommunicatieapparatuur – en vormde zo samen een geïntegreerd spraak- en datanetwerk. 
Naast FMN werden ook andere capaciteiten getest: satellietcommunicatie (Satcom), Tactical Data Links (TDL), multibandradio’s en HF radio. FMN vormde echter de ruggengraat van de oefening en garandeerde een veilige en betrouwbare samenwerking. 

Drie weken testen en oefenen

De oefening duurde drie weken. In de eerste twee weken werd materiaal opgesteld en gekoppeld. Daarna volgden tests, demonstraties en simulaties van onder meer Air Traffic Services en cyber. 
Een concreet voorbeeld van interoperabiliteit is de test met Italiaanse TETRA-handhelds op een Belgisch mobiel TETRA-basisstation, en omgekeerd. Als een van de stations uitvalt, blijven zowel de Belgische als de Italiaanse handhelds functioneren omdat ze onderling compatibel zijn. 

Informatie veilig delen

Het doel was duidelijk: interoperabiliteit verbeteren via FMN. In crisissituaties kunnen landen zo sneller communiceren, informatie delen en samen optreden, zonder dat de veiligheid van hun nationale netwerken in gevaar komt. 
Aan het einde van de oefening deelden de deelnemende landen hun lessons learned en lessons identified. Deze uitwisselingen versterken het vertrouwen en consolideren de samenwerking. Ze vormen ook een essentiële basis voor toekomstige edities en voor de voortdurende ontwikkeling van CIS-capaciteiten in het gebruik van communicatiemiddelen.

Een versterkte positie

Deze oefening was veel meer dan een eenvoudige technische test: het was een investering in internationale veiligheid en samenwerking. Door FMN centraal te stellen, leerden de landen hoe ze hun systemen konden verbinden zonder in te boeten op het vlak van veiligheid. 
Voor België betekende dit niet alleen het testen van nieuwe technologie, maar ook het versterken van zijn rol binnen de EAG en de NAVO. Een doel dat perfect aansluit bij de missie van de EAG: improving capability through interoperability.