
Skeldar-drone maakt eerste vlucht
17 december 2025
-
Op het vliegveld van Ursel heeft de Marine de voorbije weken met succes de eerste trainingsvluchten uitgevoerd met de onbemande helikopter Skeldar V-200. Die drone zal de nieuwe mijnenbestrijdingsschepen meer mogelijkheden geven om zeemijnen op te sporen en uit te schakelen.
De Skeldar V-200 is een onbemande helikopter van ongeveer 4,5 meter breed en met een gewicht van ongeveer 250 kilogram. Afhankelijk van de lading kan het toestel tot vier uur lang in de lucht blijven.
Sleutelrol in mijnenbestrijding
“Omdat de Skeldar over een datalink beschikt, kunnen we er mijnenbestrijdingsacties op grotere afstand mee uitvoeren”, vertelt kapitein-ter-zee Kristof Van Belleghem, stafchef van de Marine. “Daarnaast kunnen we de Skeldar ook inzetten om drijvende mijnen op te sporen en zo de veiligheid van het schip te verhogen.” Op die manier kunnen mijnenbestrijdingsschepen binnenkort buiten het mijnenveld blijven, wat de veiligheid van de bemanning aanzienlijk vergroot.
De focus van de trainingsvluchten lag in de eerste plaats op het vliegen zelf: de vliegsystemen onder de knie krijgen, routine opbouwen bij de operatoren en de nodige vlieguren behouden.
“Vliegen met de Skeldar kan op drie manieren”, vertelt Kenneth, drone-operator en verantwoordelijke voor tactische maritieme luchtdrones. “Het kan manueel door zelf een koers, snelheid en hoogte in te stellen. Je kan de drone ook automatisch op een vooraf ingestelde koers laten vliegen. Of je kan de Skeldar een bepaald patroon laten afvliegen.”
Vanop land én zee inzetbaar
De Skeldar V-200 wordt bestuurd en gemonitord vanuit een stuurcabine op afstand: het Remote Pilot System (RPS). De eerste testvluchten verliepen nog met cabines van de leverancier, maar binnenkort zal Defensie eigen RPS-systemen krijgen. Die bestaan ook in containerconfiguratie, zodat de operatoren de Skeldar zowel vanop zee als vanop land kunnen inzetten.
“De toestellen zijn aangekocht om vanop zee te bedienen, maar de eerste stap is altijd trainen op land”, legt Kenneth uit. “Daarom zijn we hier in Ursel. We vliegen eenvoudige patronen en zorgen dat de operatoren hun noodzakelijke vlieguren behouden, net zoals lijnpiloten dat moeten doen.”
Naar een volledige Skeldar-vloot
De twee huidige Skeldar-drones worden de komende jaren aangevuld tot een vloot van tien toestellen. Ze maken deel uit van de toolbox van de nieuwe mijnenbestrijdingsschepen: een modulair pakket met verschillende types drones. Die toolbox ziet er afhankelijk van de missie verschillend uit en kan niet alleen vanop zee maar ook vanop land ingezet worden. Het eerste nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuig, de M940 Oostende, kwam onlangs aan in Zeebrugge.
Binationale samenwerking als kracht achter innovatie
De integratie van de Skeldar V-200 is niet alleen een Belgische mijlpaal, maar ook een voorbeeld van de nauwe samenwerking met Nederland binnen het rMCM-programma (Replacement Mine Countermeasures). Dit binationale project heeft als doel de mijnenbestrijdingscapaciteit van beide marines volledig te vernieuwen. In totaal worden twaalf schepen gebouwd: zes voor de Belgische Marine en zes voor de Koninklijke Marine. Alle schepen zullen tegen 2030 operationeel zijn. Het programma werd in 2019 toegekend aan Belgium Naval & Robotics, een consortium van Naval Group en Exail.
Door deze nauwe samenwerking versterken België en Nederland niet alleen hun operationele interoperabiliteit, maar positioneren ze zich ook als Europese voortrekkers in innovatieve en veilige mijnenbestrijding.
De testvluchten in Ursel verliepen in nauwe samenwerking met de Nederlandse Koninklijke Marine en vormen een essentiële stap in de voorbereiding van de Belgische en Nederlandse marines op een moderne, veilige en efficiënte mijnenbestrijding.