
Onbemande systemen zorgen voor een revolutie op zee tijdens REPMUS/DYMS25
26 september 2025
-
Militairen, onderzoekers en industriëlen kwamen deze maand samen om de nieuwste technologieën op het gebied van onbemande systemen - onder, op en boven water – te testen en verfijnen. Meer dan 2.000 deelnemers uit 22 landen kwamen samen in het zuiden van Portugal om er de grenzen van innovatie te verleggen.
De oefening combineerde REPMUS, het belangrijkste internationale evenement rond maritieme robotica en onbemande systemen, met Dynamic Messenger (DYMS), een NAVO-initiatief voor operationele experimenten. Het biedt een realistische testomgeving om nieuwe maritieme technologieën uit te proberen en versnelt hun inzet door geallieerde marines.
Belgische focus: nieuwe schepen, nieuwe mogelijkheden
Ons land had een duidelijke insteek: bepalen hoe onbemande systemen geïntegreerd kunnen worden op de huidige en nieuwe schepen van de Marine.
Eén van de blikvangers was de Skeldar. Geen klassieke drone, maar een onbemande helikopter die deel zal uitmaken van de toolbox van de toekomstige mijnenbestrijdingsvaartuigen.
Dit type UAV wordt ook overwogen voor de nieuwe fregatten die gespecialiseerd zijn in het opsporen van onderzeeboten. In de toekomst zullen deze drones niet alleen een rol spelen in mijnenbestrijding, maar ook bij detectie van schepen aan de oppervlakte, havenbeveiliging en kustbewaking.
Luitenant Philip legt uit: “We zoeken UAV’s die we vanop het fregat kunnen besturen en autonoom kunnen opstijgen en landen. Zo krijgen we letterlijk een ‘eye in the sky’: een breder zicht op wat er rond het schip gebeurt, maar ook onder water. Die drones zullen dan samen met de NH90 NFH jacht kunnen maken op onderzeeërs. Dat maakt ons flexibeler én veiliger.”
Hij voegt eraan toe: “We werken met onze Nederlandse collega’s aan een gezamenlijk UAV-project. REPMUS heeft ons geholpen om meteen de juiste contacten te leggen. In een snel evoluerende sector is vlot vooruitgang boeken essentieel.”
De techniekers: onzichtbare hoofdrolspelers
Zeg je ‘drone’, dan denken de meesten aan een klein toestelletje dat filmt in de tuin. De Skeldar is andere koek: met een spanwijdte van 4,6 meter en een hoogte van 1,3 meter is de onbemande helikopter allesbehalve een speelgoedje, maar een technisch hoogstandje dat precisie en vakmanschap vereist.
Belgische techniekers ondersteunden het Skeldar-team tijdens de tests. De inspectie na elke vlucht is cruciaal: elk onderdeel wordt gecontroleerd, elke afwijking wordt geregistreerd. Zeker bij een drone van dit formaat, waar alles roteert, trilt en beweegt, telt elk detail.
Adjudant Chris vat het zo samen: “De Skeldar is complex: elektronica, motor, rotorbladen… en veiligheid staat altijd voorop. Alles gebeurt volgens de procedures. Je mag nooit zomaar een bout losdraaien. Met 70 liter kerosine aan boord wordt zo’n toestel snel een kleine bom. Niemand neemt dat licht op.”De eerste rol van de Skeldar zal zijn om signalen van andere onbemande systemen door te sturen naar het commandoplatform. Daarnaast kan ze uitgerust worden met sensoren om mijnen op te sporen of het moederschip visueel te ondersteunen. Vandaag ligt de focus op mijnenbestrijding, maar in de toekomst kan dit type UAV ook worden ingezet voor bewaking, verkenning en het opsporen van vijandelijke schepen of onderzeeboten.
Data en hydrofoons
REPMUS draait niet alleen om drones. Het gaat ook om data en detectie. Alexandre, onderzoeker aan de Koninklijke Militaire School (KMS), werkte samen met de Universiteit van Porto rond onderwaterdetectie.
“Hydrofoons meten akoestische signalen, waarvan de bron vaak onbekend is. Door de gegevens van meerdere sensoren te kruisen, berekenen we de exacte locatie”, legt hij uit. “Gisteren hebben we veel metingen verzameld. De onderwatersystemen werden gedetecteerd waar we ze verwachtten. Nu volgt de analyse van die data.”
Zijn missie stopt niet in Portugal: “Ik neem ideeën en ervaringen mee terug naar België, naar het MCM-Lab (een netwerk van Belgische partners, gebundeld rond het ontwikkelen van nieuwe oplossingen en technologieën voor mijnenbestrijding) en onze partners.”
Coördinatie op hoog niveau
Op strategisch vlak coördineerde Fregatkapitein Walter Verstrepen de Belgische deelname. Hij had een dubbele rol: delegatiehoofd en voorzitter van de werkgroep van het European Defence Agency (EDA) rond veiligheid en regelgeving voor onbemande maritieme systemen.
“Mijn opdracht is onze deelname stroomlijnen, niet enkel voor Defensie, maar ook voor industrie en academici,” legt hij uit. “Het testgebied hier is gigantisch en uniek. Je kan systemen echt op schaal uitproberen. Wat vooral opvalt, is de snelheid van de ontwikkelingen: alles wordt groter, performanter en duurzamer. Dat zie je hier elke dag.”Troia en Sesimbra: in de lucht en onder water
In Troia lag de focus op lucht- en oppervlakteplatformen, in Sesimbra op onderwatersystemen. Daar testten Belgische duiker-ontmijners hun RTsys Sonadive, een sonar- en navigatiesysteem dat hen helpt veilig te opereren onder water en tegelijk de bemanning aan de oppervlakte in realtime inzicht geeft in wat zich onder de golven afspeelt. Samen met het Very Shallow Water-team verlegden ook zij de grenzen van innovatie op en onder water.
De mens blijft echter essentieel: autonome systemen zijn innovatief en noodzakelijk, maar als er iets misloopt, zijn het de duikers die bijspringen. Geen machine kan hun precisie en ervaring onder water evenaren.Waarom dit telt
Zeemijnen vormen opnieuw een concrete dreiging. Moderne mijnsystemen vereisen een slimme en geïntegreerde aanpak. Onbemande schepen, onderwaterdrones en luchtplatformen zoals de Skeldar vormen samen een gereedschapskist die bemanningen uit de gevarenzone houdt en schepen veiliger maakt.
Luitenant Philip concludeert: “We mogen het niet enkel vanuit een mijnenbestrijdingsperspectief bekijken. UAV’s zullen ook tijdelijk taken overnemen van de NH90, zoals verkenning en het opsporen van onderzeeërs. Op termijn zullen ze samenwerken met de NH90 NFH op de nieuwe fregatten, zodat onze schepen nog effectiever worden in anti-onderzeebootoperaties.”