20251113 Dsc LG 20250252 Loicnemma 2490 COVER 16 9

Naar een ‘militaire Schengen-zone’: Defensie sluit zich aan bij een nieuw Europees mobiliteitsproject

13 november 2025

  • In een geopolitieke context waarin de snelle inzet van strijdkrachten cruciaal is geworden, hebben acht Europese landen besloten hun samenwerking op het vlak van militaire mobiliteit te versterken. Op 13 november trad België officieel toe tot een ambitieus initiatief dat een ‘militaire mobiliteitszone’ wil creëren in Centraal- en Noord-Europa: de Central Northern European Military Mobility Area (CNE MMA).

     

    Het project bouwt voort op de samenwerking tussen Nederland, Duitsland en Polen, die in januari 2024 een project voor een modelcorridor voor militaire mobiliteit lanceerden. Het beantwoordt aan een concrete behoefte om strijdkrachten sneller, efficiënter en gecoördineerd te verplaatsen, over de Europese grenzen heen.

    Na achttien maanden observeren besloot België zich volledig in te zetten voor het project. De ondertekeningsceremonie van de intentieverklaring vond plaats in Brussel, bij de Belgische NAVO-delegatie, in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de stichtende landen en hun nieuwe partners: België, Luxemburg, Litouwen, Tsjechië en Slowakije.

     

    Defensie wordt een volwaardige speler

    Voor luitenant-kolonel Dave Maes, Belgisch vertegenwoordiger voor militaire mobiliteit, betekent de toetreding van België een belangrijke stap vooruit. “Het doel op lange termijn is om een geharmoniseerde Europese zone te creëren, een soort militair Schengen, die snelle en vereenvoudigde verplaatsingen van strijdkrachten mogelijk maakt”, legt hij uit.

    De CNE MMA biedt een concreet kader voor multinationale samenwerking. Het initiatief wil grensprocedures vereenvoudigen, de ontwikkeling van kritieke infrastructuur op elkaar afstemmen, informatie-uitwisseling tussen lidstaten versterken, digitale tools ontwikkelen om verplaatsingen te stroomlijnen, en nauwe samenwerking bevorderen tussen de nationale autoriteiten, de Europese Unie en de NAVO om strategische en operationele coherentie te waarborgen.

     

    Logistieke en administratieve obstakels wegwerken

    Vandaag is het verplaatsen van militaire eenheden door Europa nog steeds een complexe operatie. De procedures verschillen van land tot land, de infrastructuur is soms niet geschikt voor de omvang en het gewicht van het militair materieel en de transportcapaciteit schiet tekort.

    “De procedures zijn te omslachtig, de infrastructuur is ontoereikend en er is een tekort aan transportmiddelen”, vat brigadegeneraal Katrien D'Hert samen, directeur logistiek bij het militaire hoofdkwartier van de Europese Unie (EUMS). “We still have to fight to get to the fight: nog voor we kunnen strijden, moeten we erin slagen onze troepen ter plaatse te krijgen.”

     

    Testen, coördineren, anticiperen

    Om deze uitdagingen aan te gaan zal België haar capaciteiten testen in het kader van het nationale defensieplan en het nationale faciliteringsplan (enablement): de mogelijkheid om geallieerde troepen op eigen grondgebied te ontvangen en te vervoeren. Deze tests maken deel uit van de voorbereiding voor de grote NAVO-oefening Steadfast Defender 2027, die zal dienen als grootschalige proef voor de mobiliteitscorridors.

    Deze dynamiek steunt op een geïntegreerde intergouvernementele aanpak (whole of government), waarbij alle betrokken actoren worden ingeschakeld. In België zijn onder meer de FOD Mobiliteit en Vervoer, de Douane, de FOD Binnenlandse Zaken, Infrabel en de havenautoriteiten en de drie gewestelijke administraties betrokken.

     

    Een Europa dat sneller reageert op crisissen

    Hoewel de intentieverklaring die brigadegeneraal Katrien D'Hert namens België heeft ondertekend, niet juridisch bindend is, getuigt ze van een sterk politiek engagement. De acht ondertekenende landen verbinden zich ertoe de aanbevelingen van de initiatiefnemers van het project uit te voeren. Met deze ondertekening bevestigt België opnieuw haar actieve rol in het verbeteren van militaire mobiliteit op het Europese continent.

    De samenwerking loopt over een periode van twee jaar en is gestructureerd rond driemaandelijkse vergaderingen op twee niveaus: operationeel, onder leiding van het Movement and Transport Coordination Centre (MTCC), en strategisch, om de politieke en wetgevende samenhang tussen de deelnemende staten te waarborgen.

    Door logistieke barrières weg te nemen en het reactievermogen in vredestijd te versterken, beoogt de militaire mobiliteitszone van Centraal- en Noord-Europa de eenheid, veerkracht en solidariteit tussen bondgenoten te versterken. Dit project past in een bredere strategische visie, die van een Europa dat in staat is zijn vrede en veiligheid te bewaren door crises te anticiperen in plaats van er in noodsituaties op te reageren.

Auteur Camille Henry Foto's Lucia Gaggero