Aan de frontlinie van de operationele paraatheid: Belgische infanterie aan de oostflank

Gedurende vijf maanden heeft het Bataljon Carabiniers Prins Boudewijn-Grenadiers (1 C/1 Gr) in Roemenië een infanteriecompagnie en verschillende steunelementen geleverd aan de tactische Multinational Battlegroup van de NAVO. Sinds 2022 versterkt het bondgenootschap immers zijn oostelijke grenzen met acht groepen die zijn ontplooid in Roemenië, maar ook in Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen en Slowakije.

Deze eenheden maken integraal deel uit van de collectieve afschrikkings- en verdedigingsstrategie van het bondgenootschap. Ze brengen militairen van meerdere landen samen in één geïntegreerde strijdmacht die onmiddellijk kan worden ingezet indien nodig.

Voor compagniecommandant Siegfried illustreert die inzet de essentie van Defensie: paraatheid, samenwerking en afschrikking. “We zijn hier met een duidelijk doel”, zegt hij. “We zijn onmiddellijk inzetbaar wanneer de NAVO dat vraagt en we tonen dat we aanwezig zijn, als steun voor de Roemeense bevolking en als duidelijk signaal van afschrikking.”

Samen sterker binnen de NAVO

 De Belgische compagnie werkte de laatste maanden intensief samen met Franse, Roemeense, Spaanse en Poolse troepen. Binnen de Battlegroup bracht België niet enkel infanterie mee, maar ook een peloton gevechtsgenie, logistieke ondersteuning en CIS-specialisten (communicatie-en informatiesystemen). In totaal namen militairen uit 22 Belgische eenheden deel aan deze rotatie.

“Als compagniecommandant bestaat mijn taak vooral uit het plannen, coördineren en samenwerken met onze internationale partners”, legt Siegfried uit. “Dat betekent: gezamenlijke oefeningen, gezamenlijke tactieken en elkaar leren begrijpen op het terrein.”

De training verliep in fases: eerst communicatie- en wapensystemen testen, daarna oefenen op compagnieniveau, gevolgd door geïntegreerde manoeuvres met de hele Battlegroup. “We bouwen dat stap voor stap op tot de gehele eenheid volledig operatieklaar verklaard wordt.”

Van loopgraven tot bergen

De operationele hoogtepunten van de missie waren talrijk. Op het oefenterrein van Smârdan groef de compagnie eigen loopgraven, ondersteund door de Belgische gevechtsgenie, om daar met de hele compagnie levensechte schietoefeningen te houden, inclusief artilleriesteun.

“Dat soort trainingen kunnen we in België nauwelijks uitvoeren”, weet Siegfried. “Hier konden we werkelijk schieten, bewegen en samenwerken zoals we dat in een echte operatie zouden doen.”

Ook de oefening Dacian Fall, het sluitstuk van de inzetperiode, bracht de troepen tot het uiterste. Daarin lag de nadruk op een strategisch logistiek manoeuvre en tactische verdedigingsacties. “De hoofdinspanning op strategisch niveau was logistiek, maar voor de compagnies draaide het om ontplooien, beveiligen en verdedigen, precies wat we moeten kunnen wanneer we geactiveerd worden.”

Een bijzonder moment vond plaats in de Karpaten-bergketen. “We infiltreerden ’s nachts met de hele compagnie langs een bergrivier. Toen begon het hevig te sneeuwen. Het zicht verdween, de temperatuur daalde, maar de missie ging door. Dat zijn omstandigheden die karakter vormen.”

Leiderschap en groei in het veld

Voor meer dan zeventig procent van de deelnemende militairen was dit hun eerste buitenlandse inzet. Siegfried zag zijn compagnie zichtbaar groeien.

“Onze mensen hebben enorme stappen gezet”, vertelt hij. “Zowel beroepsvrijwilligers als onderofficieren hebben geleerd om initiatief te nemen en leiderschap te tonen. Je leeft maanden samen, in moeilijke omstandigheden. Dat smeedt een team.”

Collectieve verdediging als kernmissie

De Belgische aanwezigheid in Roemenië is meer dan een oefening. Het is een actieve bijdrage aan de collectieve verdediging van de Alliantie. Door permanent met bondgenoten samen te werken blijft Defensie paraat om snel te reageren op elke dreiging.

“We zijn hier niet alleen om te trainen”, besluit Siegfried. “We tonen dat België klaarstaat om zijn bondgenoten te steunen en om te handelen als dat nodig is. Dat is onze kerntaak: verdedigen, afschrikken en samenwerken.”

Na de inzet van 1 C/1 Gr neemt een compagnie van de Ardense Jagers de Belgische bijdrage aan de Multinational Battlegroup over. De missie in Roemenië gaat door met hetzelfde doel: stabiliteit en veiligheid aan de frontlinie van Europa.